Montage van de tangentenkast en het stempennenstuk: dit houdt een juiste positionering in van het trillende deel van de snaren (tussen brug en kam) De brug bevindt zich binnen in de tangentenkast.

Om de grote kam op zijn plaats te krijgen moet hij eerst gemaakt worden; In de speciaalzaak vind je diverse types van kammen die bruikbaar zijn (voor viool, cello, altviool,enz;) Hier verkiest de bouwer hem zelf te maken. Hij start door de kam ruwweg uit te zagen:

Vervolgens  afwerken :

De kam staat rechts op de draailier, net boven de eerste dwarsbalk ( zie hoofdstuk over de dwarsbalk):

 

De juiste positie van het geheel wordt bepaald met een meetmal, de eerste noot op ‘t octaaf is de helft van de mensuur, nl. 175 mm tot de kam:

De tangentenkast zal vastgemaakt worden met twee houtvijzen: eentje ter hoogte van de  derde dwarsbalk, en eentje in het eindblok. Om de overdracht van geluiden naar het klankbord te verminderen, komt de tangentenkast op 4 “pootjes” te staan en zal slechts op deze pootjes het klankbord raken.

Volgt:de mechaniek van de as,de zwengel en het handvat.

Vorige pagina

Volgende pagina


.