De wielbeschermer heeft geen muzikale functie, maar moet het kwetsbaarste onderdeel beschermen: het wieloppervlak. Het wiel moet bereikbaar blijven om regelmatig collofaan te kunnen aanbrengen. Dus wordt de wielbescherming afneembaar. Meestal gaat het om een gebogen plankje dat tussen twee hieltjes op het klankbord wordt geklemd. De beschermer moet dus voldoende elastisch zijn om ter plaatse te kunnen blijven. Dat lukt door twee lagen hout ,  reeds in de juiste vorm geplooid, op mekaar te lijmen. Een enkel laagje zou mogelijk kunnen misvormen onder invloed van wisselende luchtvochtigheden. Dikwijls wordt de wielbescherming mooi versierd.

Eerste moeilijkheid: hoe vind ik de juiste afmetingen om het hout in de juiste vorm te zagen? Hiervoor gebruikt de bouwer een mal in plexiglas, soepel genoeg om te plooien en weer vlak te worden. Met de mal wordt de juiste afmeting en ronding uitgeprobeerd op de klankkast:

Daarna dient de mal om de juiste vorm op een plaatje ebbenhout en een plankje esdoorn over te brengen. Merk de lichtjes trapezevorm op, deze vorm geeft het beschermstuk een zekere elegantie.

Als versiering voorziet de bouwer twee fijne lijntjes in wit fineer:

Beide stukken worden nu geplooid op een plooi-ijzer, dat je achteraan ziet staan :

Beide lagen worden aaneengelijmd. Merk de laagjes folie op die moeten vermijden dat alles aan de mal zou blijven plakken:

:

Het eindresultaat op zijn plaats op de draailier:

Volgende stap: de snaarhouder.

Volgende pagina

Volgende pagina


.