Vervolg van de montage en afregeling:

Montage  van de bourdon- en trompet/mouchekammen: Eerst moet hun plaats bepaald worden. We spannen voorlopig touwtjes als snaar, die we over de nog niet gelijmde kam leiden. Zo bepalen we de ideale plaats van de kam, die vervolgens vastgelijmd kan worden, volgens het reeds gekende recept: aftekenen, vernis wegkrabben en lijmen. Langs de kant van de trompetsnaar is de plaats van de kam bepalend voor de lengte van de chien.

Deze twee foto’s tonen respectievelijk de bourdonkam en de trompetkam:

Maken van de “chiens” : Een moeilijke oefening, die veel werk en ervaring vraagt. Tal van factoren maken dat een chien al of niet werkt. Meesters in deze kunst kunnen een chien zo afwerken dat ze de klank en het gemak van afstellen (van “vette chien” tot “droge chien”) volledig in de hand hebben.Een goed klinkende chien is een precies stukje werk, dat (mits wat onderhoud) lang moet meegaan. Typisch zijn de draailierspelers die constant schrik hebben dit kleine stukje hout dat het karakter van hun instrument in hoge mate bepaald  te verliezen. Ze weten immers dat een goede chien niet makkelijk vervangen wordt. Je moet immers de hulp van een kenner vragen, of , als je wat handig bent, hem zelf maken. Reken dan maar op meerdere pogingen alvorens je een bevredigend resultaat hebt. Heb je een goed recept voor de fabricage van een chien, laat je niet smeken, geef het hier door. Een goede chien maken is zelfs vandaag nog een stukje magie.

Johan vertrekt van een stukje ruwe esdoorn dat hij met de schaaf een driehoukig profiel geeft. Je kan echter ook een voorbereid profiel aankopen:

Dan snijdt hij het vinnetje dat in de gleuf van de kam gaat passen:

Met de reeds gespannen snaar wordt de  plaats waar deze op de chien komt  bepaald. Dit punt, waar een inkeping komt, ligt net achter het hieltje. Nu kunnen we de vorm van de chien uittekenen en uitzagen. En dan kan de chien afgezaagd worden van de rest van het profiel, en verder verfijnd worden . De vorm van het hieltje, en de plaats en vorm van de inkeping hebben grote invloed op klank en functioneren.

Hieronder  zie je voorbeelden van  twee gemonteerde chiens. De  onderste (trompet in do) trilt rechtstreeks op het klankbord, de bovenste (in sol) is gemonteerd op een tafeltje in been dat in een inkeping in de kam zit.

Het klankvolume van deze laatste was echter niet naar de zin van Johan. Dat kwam omdat er geen rechtstreeks contact is tussen klankbord en chien. Een oplossing voor dit probleem bestaat erin een ”ziel” onder het tafeltje te plaatsen. Dit stukje hout zal de trillingen in het tafeltje overbrengen naar het klankbord.  (Sommige bouwers voorzien een klein plaatje hard materiaal (been of parelmoer) onder het hieltje van de chien. Dit voorkomt dat de chien zich in de loop van de jaren in het klankbord gaat boren en zo aan klank verliezen zal.)

De sympathiesnaren: deze snaren worden niet door het wiel aangewreven, maar trillen “in sympathie” mee met de melodiesnaren. Dit maakt de klank van de draailier  wat voller, wel te verstaan als ze zeer precies geregeld (en gestemd) zijn;

In een houten blok komen vier stempennen. De onderkant van dit blokje heeft de juiste kromming om op de zijkant van de draailier te passen. Zelfde procedé als altijd: aftekenen, vernis wegkrabben, lijm aanbrengen en met een lijmklem vastzetten. Bijkomend zitten er nog twee houten pennen in om alles nog steviger te maken

En tenslotte worden er de stempennen ingedraaid. Op de foto zie je de sleutel die bij de draailier zal geleverd worden om de sympathiesnaren te stemmen. Fijn stemmen met dergelijke sleutel is niet simpel. Daarom plaatsen we op het andere uiteinde van de snaren zogenaamde fijnstemmers, zoals die ook bij een viool gebrukt worden.

De snaren zelf worden uit staaldraad van 0,40 mm gemaakt.Op de foto zie je hoe de lusjes aan de draad gedraaid worden.

Hier zijn de vier sympathiesnaren gemonteerd. Elke snaar heeft zijn  fijnstemmer op het niet trillende deel van de snaar, tussen de rand van het klankbord en een klein kammetje in been. Onder de fijnstemmers zit een stukje leer, om te voorkomen dat de fijnstemmers gaan rammelen op het klankbord.

De schoenen van de wielbeschermer: Een stukje darmsnaar zorgt ervoor dat de wielbeschermer niet zoek kan geraken.

Mechanisme om de zangsnaren op te tillen: Er zijn drie zangsnaren. Om ze elk apart te kunnen horen, moeten de andere twee  van het wiel opgetild kunnen worden. Hier zijn drie mechanismen aan het uiteinde van het klavier.

 

De eerste snaar kan op een stalen haakje gelegd worden, een hulsje in zachte kunststof moet voorkomen dat de snaar beschadigd wordt bij het “afleggen”:

Voor de twee andere snaren zijn de vlagjes op de twee laatste toetsen vervangen door schuin afgetopte houten blokjes; Een eenvoudige druk op de toets duwt het blokje onder de snaar, waardoor ze opgetild wordt:

 

Besnaring (sol/do) : We zien dat ondertussen de voorlopige koordjes door snaren zijn vervangen.

snaar

toonladder

diameter

materiaal

sympatiesnaar

4 x sol2

0.40 mm

staal

zangsnaar 1 et 2

sol2

0.95 mm

darm

zangsnaar 3 (octaaf)

sol1

sol medium  voor viool

grote bourdon

sol0

ref BFA 1232 van Savarez

Kleine bourdon

do1

BFA 532 van Savarez

trompet sol

sol2

nylon,si voor gitaar

trompet do

do3

nylon, sol voor gitaar

Eindelijk zullen we kunnen horen wat we tot nu toe zagen….

 

Vorige pagina

Volgende pagina


.